Beschrijving
In de nacht van 30 april op 1 mei 1918 liepen de korporaals Jules Charpentier, Karel De Schaepdrijver en Marcel Torreele, de brancardier Vital Haesaert en de soldaat Bernard Coolen aan het IJzerfront bij Stuivekenskerke over naar de Duitse vijand. Vier nachten later deden brancardier Carlos Van Sante en soldaat Isidoor De Rocker hetzelfde ten zuiden van Diksmuide. Over deze Vlaamsgezinde deserteurs is reeds heel wat inkt gevloeid. Zo staat vast dat Charpentier in opdracht van de top van de Frontbeweging overliep om in bezet België contact op te nemen met de activisten.
Door hun strafdossiers uit te spitten werpt prof. dr. Jos Monballyu een nieuw licht op de controversiële geschiedenis van deze onverschrokken flaminganten. Hij onderzocht hun positie in het Belgisch leger en in de geheime Frontbeweging vooraleer zij naar de vijand overliepen. Wat zette hen uiteindelijk aan om zich naar het bezette België te begeven? Hoe verliep de risicovolle overtocht van de Belgische linie naar een Duitse voorpost? Vervolgens analyseert de auteur hun gevangenschap en hoe ze door Duitse offi cieren ondervraagd werden. In plaats van naar Duitsland te worden afgevoerd,
werden de deserteurs ingeschakeld in de activistische en dus anti-Belgische propaganda. Zo zetten ze flamingantische manifestaties op in het doorgangskamp voor krijgsgevangenen in Kortrijk. Maar ze werkten ook voluit mee aan de Duitse propaganda, nl. door vlugschriften te maken die de Vlaamse soldaten aan het IJzerfront moesten aanzetten om de wapens neer te leggen.
Naargelang we het optreden van deze zogenaamde sublieme deserteurs al of niet juridisch beoordelen, hebben we te maken met landverraders, ofwel idealisten die hun leven riskeerden om onbaatzuchtig de Vlaamse zaak te dienen.