Beschrijving
Op dinsdag 20 oktober 1914 daagden vanuit Vladslo en Werken duizenden Duitse soldaten op in Esen. Ze hadden als order nog diezelfde dag de IJzer te overschrijden. In Esen zelf ondervonden ze nauwelijks tegenstand, maar vóór Diksmuide leden ze zware verliezen. Dit werd het dorp fataal. De geestdriftige Duitse soldaten veranderden in woestelingen, die zich schuldig maakten aan een hele resem moord- en brandpartijen. Als vergelding werden in amper een paar dagen tijd zo’n vijftig onschuldige burgers moedwillig omgebracht. Woedende Duitsers beschuldigden boeren op de troepen geschoten te hebben en maakten hen met de bajonet af. Gezinnen op de vlucht werden meedogenloos neergekogeld. Een jongen van 15 zag hoe een zelfverklaard executiepeloton vier van zijn vrienden neerschoot en hoe één ervan, nog levend, werd begraven. Op de grens tussen Esen en Diksmuide stuurden ze onschuldige burgers dwars over het front een zekere dood tegemoet.
Vanaf 24 oktober begonnen Duitse soldaten de doodsbange bevolking in de brouwerij Costenoble op te sluiten, bevreesd als ze waren dat ze spioneerden voor het Belgisch leger. Vier weken lang zaten 460 mannen, vrouwen en kinderen in onmenselijke omstandigheden gevangen.
De auteurs hebben van deze dramatische dagen een nauwkeurig en beklemmend verslag gemaakt. Ze rekenen tegelijk af met de bewering van professor Sophie de Schaepdrijver, in haar boek De Groote Oorlog, dat de Duitsers in oktober 1914 nergens meer terreur zaaiden onder de burgerbevolking.