Beschrijving
Tussen 1914 en 1918 werden elf Belgische soldaten geëxecuteerd door hun eigen kameraden, op bevel van het krijgsgerecht. Jarenlang bleven deze strafdossiers geheim. Siegfried Debaeke kreeg inzage in de processtukken en onderzocht het hoe en het waarom van de terechtstellingen. Tegelijk brengt hij schokkende getuigenissen van burgers en soldaten die zo’n macaber tafereel bijwoonden.
De analyse van de strafdossiers leidt tot verbijsterende conclusies. In de Eerste Wereldoorlog konden beklaagden niet rekenen op een eerlijke en onafhankelijke rechtspraak. In gevallen van desertie baseerden krijgsraden zich op een afgedankte napoleontische verordening om de doodstraf uit te spreken. Meermaals zette de legerleiding auditeurs en rechters onder druk. Op de zittingen van de krijgsraden werden alleen getuigen ten laste opgeroepen. Advocaten kregen geen tijd om een degelijk pleidooi op te stellen en konden in de eerste oorlogsjaren – ten onrechte – geen beroep aantekenen.
Bovendien stond de straf zelden in verhouding tot de misstap. De terdoodveroordeelden hadden geen idee wat hen overkwam. Sommigen konden nauwelijks lezen of schrijven, en twee Vlamingen werden in een vreemde taal berecht. Voor ze het goed en wel beseften, waren de arme drommels veroordeeld tot het “Mort par les armes !” en werden ze vastgebonden aan een executiepaal.