Beschrijving
Bier aan het IJzerfront neemt u mee naar de Westhoek tijdens de Eerste Wereldoorlog. In dit stukje onbezet België krioelde het toen van Vlaamse, Waalse, Franse, Engelse, Schotse, Ierse, Australische,… soldaten. Wie wat ondernemingszin had, sloeg munt uit hun aanwezigheid door te wassen voor de soldaten, een winkel of café te openen of een handeltje in Franse en Engelse bieren op te zetten. Hun honger moest immers gestild en hun dorst gelest.
Door de grote vraag naar bier brouwden veel brouwers maar liefst vier- tot vijfmaal zoveel als voor de oorlog. In Eggewaartskapelle verelfvoudigde brouwer Deeren in 1916 zelfs zijn productie. Samen met de bierbrouwerijen deden ook de herbergen gouden zaken, ook al waren de openingsuren gereglementeerd en viel het voor dat dronken soldaten de boel kort en klein sloegen. Verlof na verlof zochten de soldaten er de ‘troost van slecht bier’. Ook al wisten ze dat de bierbrouwers het bier wel eens in hun maag lieten gisten. Dat ze evenwel niet mochten overdrijven ondervond de brouwer van de Fortemse mouterij-brouwerij De Snoek. Op één van zijn avondlijke herbergbezoeken wou hij niet van zijn eigen brouwsel drinken: dat vaartwater was goed genoeg voor de soldaten, maar niet voor hem. De aanwezige soldaten vonden dit al te gortig en bekogelden nog dezelfde avond zijn statige brouwerswoning met kasseien. Ging het korte gewin effectief ten koste van de kwaliteit, de werkelijkheid was toch genuanceerder dan deze anekdote laat vermoeden.
Dit boek vertelt niet alleen een ander relaas van de oorlog, het brengt ook het verhaal van en door doodgewone mensen die elk op hun manier probeerden te overleven in een al te langdurige oorlog.